HD en ED onderzoek

//HD en ED onderzoek
HD en ED onderzoek 2017-06-24T11:27:13+01:00

Heupdysplasie en elleboogdysplasie zijn afwijkingen die wij zeer regelmatig aantreffen bij patiënten op het spreekuur.

Sommige honden ondervinden hiervan ernstige hinder (zie bovenstaande foto). Er zijn echter ook honden met meer of minder ernstige misvormingen van de heupgewrichten, die daarvan geen last lijken te hebben. Heupdysplasie is een afwijking die maar ten dele erfelijk is bepaald. Bij bepaalde rassen komt de afwijking in veel heftiger mate voor dan in andere rassen.

Heupdysplasie bij de hond:
De heup is een kogelgewricht. Het is een ronde bol (dijbeenkop) die in een holle kom (bekkenkom) vast zit met een ligament en een kapsel.
Tijdens de draaibewegingen moet de kop goed aangesloten blijven met de kom.
Indien de kom te ondiep is en er een instabiel gewricht aanwezig is kan er een chronische ontsteking ontstaan waardoor het gewricht “misvormd” wordt (dysplasie). Dan ontstaan er ook bot (benige) afwijkingen die op een röntgenfoto zichtbaar zijn.

Klachten van honden met heupdysplasie:
Doordat de heupen misvormd zijn kan er geen normale beweging optreden in het heupgewricht.
De hond kan hierdoor de volgende klachten vertonen:
– Stram lopen, vooral bij aanvang van het lopen
– Pijnlijk en moeilijk opstaan
– Door de achterpoten zakken
– Kreupel lopen met een of beide achterpoten
– Stijve heupgewrichten: de heupgewrichten zijn niet ver naar achter te strekken.

Naast erfelijke factoren spelen vele andere zaken ook een rol. Denk hierbij aan groeisnelheid, lichaamsgewicht, bewegingspatroon, voeding en omgevingsfactoren. Het is belangrijk dat de groeisnelheid van de jonge hond niet te hoog is. Vaak zien we dat eigenaren van pups hun nieuwe aanwinst overvoeren: een enigszins “rond” voorkomen vinden veel mensen (helaas) juist fraai. Naast een te royale voeding is het ook belangrijk dat er geen overvoeding plaats vindt met Vit D en/of Calcium.

Zorg er verder voor dat er geen overbelasting van de heupen optreedt: geen trap laten lopen, niet te lange afstanden lopen, niet laten springen, niet te veel met een bal spelen, geen stokken gooien.
Wel goed is om de jonge hond te laten zwemmen (onbelaste beweging!), en vaak korte afstanden te lopen met de jonge hond.

Bij onze praktijk worden ruwweg om een drietal redenen röntgenfoto’s van de heupen gemaakt.
1. allereerst uiteraard de hond die met (klinische) klachten aangeboden wordt. Soms is het ook nodig om foto’s te maken van (een deel van) de rug.
2. honden die gebruikt worden in de sport.
3. honden die gebruikt gaan worden voor de fokkerij. Ook wordt dan soms een heel nest nakomelingen geröntgend om een nauwkeuriger indruk te krijgen over de fokwaarde van de beide ouders.

De foto’s worden in dit laatste geval meestal opgestuurd naar de sectie orthopedie van de afdeling GGW van de Raad van Beheer. Het betreft hier honden met een Nederlandse (NHSB nummer) stamboom.
De HD-foto’s worden gezamenlijk beoordeeld door een in samenstelling wisselend panel van drie deskundige beoordelaars.

Conform de regels van de F.C.I. dient de hond voor het laten maken van HD-röntgenfoto’s minimaal 12 maanden oud te zijn. Voor enkele grote rassen, die pas later volgroeid zijn, geldt een verplichte minimumleeftijd van 18 maanden.
De minimum leeftijd van 18 maanden geldt voor de rassen:
• Berghond van de Maremmen
• Bordeaux Dog
• Bullmastiff
• Duitse Dog
• Landseer E.C.T.
• Leonberger
• Mastiff
• Mastino Napolitano
• Newfoundlander
• Pyrenese Berghond
• Sint Bernhard

Voor het maken van de röntgenfoto worden strenge eisen gesteld aan de kwaliteit en documentatie (identificatie) van de opname.

Dierenarts H.J. de With heeft de erkenning om foto’s op te mogen sturen naar de Raad van Beheer.

Nadat de röntgenopname van de heupen gemaakt is wordt deze opgestuurd naar de GGW.  Tegenwoordig gebeurt dit (direct na het onderzoek) digitaal. In het verleden werd de uitslag pas naar u verstuurd indien uw betaling ontvangen was en de foto beoordeeld. Doordat onze praktijk een overeenkomst heeft met de raad van beheer betaald u de beoordelingskosten al vooraf (gelijk met de kosten van het röntgenonderzoek, via onze praktijk) en gaat de hele procedure daardoor veel sneller en efficiënter. Wel vragen we u om vooraf een account aan te maken op de betreffende site van de raad van beheer: houdenvanhonden.nl.

Meestal ontvangt u dan na een aantal dagen de uitslag al in uw mailbox (veelal op de eerstvolgende maandag na het onderzoek).

Rapport-Heupdysplasie-Onderzoek
Op het Rapport-Heupdysplasie-Onderzoek treft u de definitieve beoordeling aan, de F.C.I.-beoordeling, en een aantal gegevens die een verklaring geven voor de definitieve beoordeling.
De aanduiding HD A betekent dat de hond röntgenologisch vrij is van heupdysplasie, wat echter niet betekent dat de hond geen “drager” van de afwijking kan zijn.
HD B (=overgangsvorm) betekent dat op de röntgenfoto’s geringe veranderingen zijn gevonden, die weliswaar toegeschreven moeten worden aan heupdysplasie, maar waaraan in het kader van de fokkerij geen direkte betekenis kan worden toegekend.
De aanduiding HD C (=licht positief) of HD D (=positief) betekent dat bij de hond duidelijke veranderingen, passend in het ziektebeeld van HD zijn gevonden.
Wanneer de heupgewrichten ernstig misvormd zijn wordt dit aangegeven met HD E (=positief in optima forma).

De beoordeling van onderdelen
Bij de beoordeling van de HD-foto wordt gelet op de vorm van de heupkommen en de heupkoppen, de diepte van de heupkommen, de aansluiting van de heupkoppen in de heupkommen, en de aanwezigheid van botwoekeringen langs de randen van de heupgewrichten.

Informatie over de diepte van de heupkommen en de aansluiting van de koppen in de kommen wordt onder andere verkregen uit de zogenaamde “Norbergwaarde”. De Norbergwaarden van linker en rechter heupgewricht worden bij elkaar opgeteld en geven samen de op het rapport vermelde “som Norbergwaarden”.

Bij een normaal heupgewricht is de Norbergwaarde minstens 15, de som van de Norbergwaarden van beide heupen derhalve minstens 30. Honden met een te lage Norbergwaarde hebben dus ondiepe heupkommen en/of een slechte aansluiting van de gewrichtsdelen. Deze honden zullen dus een minder gunstige HD-beoordeling krijgen.

Een normale of zelfs hoge Norbergwaarde betekent echter niet zonder meer dat de betreffende hond goede heupgewrichten heeft. Een combinatie van diepe heupkommen en incongruentie van de gewrichtsspleet (een niet overal even brede gewrichtsspleet) of onvoldoende aansluiting van de gewrichtsdelen kan, zelfs bij een hoge Norbergwaarde, leiden tot een (licht)-HD-positief beoordeling.

Op het formulier wordt dit duidelijk gemaakt door het aankruisen van “onvoldoende” of “slechte” aansluiting. Ook wordt informatie over de diepte van de heupkommen verkregen door te beoordelen hoe het centrum van de heupkop ligt t.o.v. de bovenrand van de heupkom. Naast de Norbergwaarde, de diepte van de heupkommen en de aansluiting van de gewrichtsdelen, wordt de uitslag ook beïnvloed door de aanwezigheid van “botafwijkingen”.

Er is een rechtstreekse koppeling tussen de ernst van de botafwijkingen en de uitslag: zeer lichte botafwijkingen (1) leiden tot de beoordeling HD B, lichte (2) botafwijkingen leiden tot de beoordeling HD C, en ernstige (3) botafwijkingen leiden tot de beoordeling HD D.

De aanduiding “vormveranderingen” betreft meestal een meer of minder duidelijke afvlakking van de voorste rand van de heupkom. De aanwezigheid hiervan wordt wel vermeld, maar heeft indien dit de enige bemerking is over het gewricht, in het algemeen geen doorslaggevende betekenis voor de einduitslag.

De Norbergwaarde: van beide heupkoppen (1) wordt het middelpunt bepaald en deze middelpunten worden verbonden door een lijn. In beide heupgewrichten wordt vanuit dit middelpunt een lijn langs de voorste rand van de heupkom (2) getrokken. De hoek (3) die beide lijnen in het middelpunt van de heupkop met elkaar maken, minus 90, geeft de Norbergwaarde van het betreffende heupgewricht. De Norbergwaarden van linker en rechter gewricht bij elkaar opgeteld geeft de “som Norbergwaarden”, die op het rapport vermeld is.

HD-beoordeling
Alle gegevens samen bepalen de definitieve beoordeling, waarbij het ongunstigste onderdeel uiteindelijk de doorslag geeft. Een bepaalde HD-beoordeling kan bepaald zijn door uitsluitend de diepte van de heupkommen, door de aansluiting van de gewrichtsdelen, de aanwezigheid van botwoekeringen, of door een combinatie van twee of alle drie onderdelen, en dit is weer te herleiden uit de verschillende gegevens zoals die op het certificaat zijn vermeld.

Het is wenselijk uitsluitend met HD-vrije honden te fokken, omdat dan de kans op HD bij de nakomelingen het kleinst is. Bij rassen waarvan maar weinig honden beschikbaar zijn en bij rassen waarin HD vaak voorkomt is dit helaas niet altijd mogelijk.

Elleboogdysplasie en ED onderzoek:
Ook voor het onderzoek van elleboog afwijkingen bent bij ons op het goede adres. Zie ook m.b.t. de procedure de info hierboven onder het kopje “HD onderzoek”.

Voor het ED onderzoek dienen er van beide ellebogen twee foto’s gemaakt te worden. Bij een aantal rassen is dit echter niet voldoende en is dit het dubbele, dus van beide voorpoten 4 foto’s (Labrador Retriever, Golden Retriever, Chesapeake Bay Retriever, Rottweiler, Berner Sennenhond, Duitse Herdershond, Bordeaux Dog). De minimale leeftijd voor het ED onderzoek is 18 maanden.

Een uitzondering vormen de volgende rassen: Golden Retriever, Labrador Retriever, Flatcoated Retriever, Nova Scotia Duck Tolling Retriever, Chesapeake Bay Retriever, Duitse Herdershond en Rottweiler. Hierbij moet de hond minimaal 12 maanden oud zijn.